Rechercher...
De bergmeren van de Monte Renoso: natuurlijke waterreservoirs
Wandel naar het meest bezochte meer van het eiland: het Lac de Bastani
@NICOLAS WALLON
De meren zijn de overblijfselen van een tijd waarin de gletsjers nog zo groot waren dat ze het onderliggende gesteente volledig aan het oog onttrokken. De bergmeren bevinden zich in de holtes die na het verdwijnen van het ijs in de bergen zijn achtergebleven.
Op deze hoogte vormt het water een belangrijke voedingsbron voor de flora en fauna. Terwijl de meren vroeger vooral de schaapskuddes van water voorzagen, trekken ze tegenwoordig vooral nieuwe bezoekers die op zoek zijn naar frisse lucht en nieuwe ontdekkingen. Het Massif du Renoso is het op twee na grootste berggebied van het eiland en staat bekend om zijn vele meren.
Het grootste, bekendste en meest bezochte meer is het Lac de Bastani dat, afhankelijk van waar je staat, als een kobaltgroen hart in de zilverkleurige granietrotsen lijkt te liggen. Het Lac de Bastani is ook het hoogstgelegen meer van dit gebied. De overloop (voor de waterafvoer) en de omliggende graslanden doen vermoeden dat hier enkele eeuwen geleden nog vele andere kleine meren lagen. Lange tijd fungeerde deze idyllische omgeving als zomerweide voor de schaapskuddes.
Denk er overigens wel aan dat je je hier op relatief grote hoogte bevindt. Het weer kan omslaan in de bergen, dus ga goed voorbereid op pad.
Je kunt er ook voor kiezen om de wandeling onder begeleiding van een gids te doen, die je onderweg allerlei wetenswaardigheden en anekdotes over het gebied kan vertellen. Behalve met hun tradities en cultuur laten ze je vaak ook nog met de lokale producten van eigen bodem kennismaken.
Om alle meren van dit massief te zien, zul je veel moeten wandelen. Want zelfs als je naar het hoogste punt klimt, de top van de Monte Renoso (2.353 m), zie je enkel het Lac de Bastani liggen. De meren van Vitalaca, Bracca, Nielluccio en Alzeta en de twee meren van Rina komen pas tevoorschijn als je ernaartoe wandelt.
De meren van Rina, het Lac de Rina Soprano en het Lac de Rina Sottano, liggen net iets boven elkaar. Ze zijn via waterkanalen met elkaar verbonden. Op dit moment worden deze twee meren al kleiner en uiteindelijk zullen deze glaciale overblijfselen geleidelijk verdwijnen. In het grasland eromheen liggen kleine moerasachtige meertjes, ook wel pozzines genoemd.
Deze pozzines zie je op meerdere plekken in dit berggebied. Onder meer in Pozzoli en in Pozzi , de bekendste plek. De vele waterpoelen van Pozzi zijn een indrukwekkend fenomeen en geven een indruk van hoe groot het vroegere meer in dit dal geweest moet zijn.
©CORSE MATIN
De visrijke poelen in prachtige ronde vormen worden omgeven door groene graslanden waar de schapen zich te goed doen aan mals gras en waar wandelaars een gevoel van ultieme vrijheid ervaren. Veel wandelaars trekken hun schoenen uit om met blote voeten door het gras te wandelen en zich nog meer één met de natuur te voelen. Wees wel voorzichtig, want de pozzines zijn beschermd en mogen niet vertrapt worden. Er groeit bovendien een zeldzame, inheemse soort op deze plek: het Corsicaanse boterkruid (pinguicula corsica). Een vleesetend plantje met kleverige blaadjes dat van juni tot september prachtig in bloei staat met paarse bloemetjes.
De wandeling naar de schatten van de Renoso is relatief eenvoudig, maar moet desalniettemin niet onderschat worden.
Vanaf de skigebieden Ghisoni-Capanelle en Val d’Ese , of vanaf de Col de Verde en de Col de Scalella, leiden verschillende wandelpaden de bergen in. De rotsachtige uitlopers en de meren schotelen de bezoekers een onvergetelijk landschap voor.
©CORSE MATIN
De twee bergmeren van Rina, in het Massif du Renoso, zijn aan het verdwijnen en veranderen stukje bij beetje in moerassige poelen.
©PHILIPPE PELLETIER
Lokale producten
Wandelen in de bergen betekent ook ontmoetingen met lokale bewoners en kleine producenten. Bij veel schaapsherders kun je hun eigengemaakte producten proeven. Ondanks dat de herders hetzelfde eeuwenoude vakmanschap hanteren, smaken hun producten totaal verschillend. Want elke kudde, elk terrein, elke schaapskooi en elke verwerking van de herders is anders.
©Nicolas Wallon
Paardrijden
Vanuit het skigebied van Val d’Ese kun je in het zomerseizoen paardrijtochten naar de ‘pozzi’ van Bastelica maken. Een bijzondere manier om zonder al te veel inspanning toch dit hooggelegen gebied te ontdekken. Op de rug van een paard beleef je het populaire wandelpad op een heel andere manier. Het is bovendien een manier om de bergen te ontdekken voor degenen die nog huiverig zijn om de wandeling op eigen houtje te maken.
©Nicolas Wallon
In de sneeuw
Maar ook in de winter, wanneer het landschap is bedekt met een dik pak sneeuw, kun je op ski’s, je sneeuwschoenen of moonboots de schatten van de Renoso ontdekken. Op de bevroren meren ligt een maagdelijk witte deken. En ook de pozzines zijn verborgen onder de sneeuw. Enkel de onregelmatigheid van het sneeuwdek verraadt hun aanwezigheid. Zo heeft elk seizoen zijn eigen verrassingen in petto en valt er ook in de winter van alles te ontdekken.
©ANGELE RICCIARDI
