Buiten het seizoen is Balagne ook prima per fiets te verkennen langs de GT20 A Traversata Maiò. Of je nu op je dooie akkertje met kinderen fietst of een ervaren wielrenner bent, je volgt gewoon in je eigen tempo de groene bordjes. Speciale fietsroutes, zoals de Transhumance Trail die de Corsicaanse herders vroeger namen om de kudden te verweiden en die in Calinzana begint, geven een beeld van het echte Corsica, buiten de gebaande paden. Verder is het heerlijk wandelen langs de kronkelweggetjes die door olijfbomen en kurkeiken worden omzoomd.
Onderweg zijn allerlei vormen van accommodatie te vinden, van traditionele hotels tot gîtes en chambres d’hôtes. Er zijn ook fantastische plekken om een hapje te eten, met een warm welkom en een goddelijke keuken, en het is altijd leuk om gewoon iets te gaan drinken in een café op een dorpsplein.
Ik raad een driedaagse route aan die geheel of gedeeltelijk kan worden afgelegd in een volgorde naar keuze, zodat je de tijd hebt om rond te kijken en van elk moment te genieten, zoals ik heb gedaan. Tijdens mijn roadtrip in oktober kwam ik door levendige en gezellige plaatsen, maar ook door vrijwel uitgestorven dorpjes die na het zomerseizoen al haast aan hun winterslaap waren begonnen. Corsica buiten het hoogseizoen is namelijk het synoniem van kalmte, rust en sereniteit. Maar maak je geen zorgen, want er is altijd wel iets interessants te ontdekken voor wie verder kijkt dan de toeristische highlights.
Ik raad een route met een verschillend start- en eindpunt aan, waarbij de tocht langs de bergdorpen van de Balagne als volgt kan verlopen (de afstand tussen de dorpen is vrij kort):
Rijd vanuit Ajaccio of Bastia naar Ponte Leccia, 15 minuten van Lama.
Als ik de hoofdweg verlaat, kijk ik mijn ogen al uit, want Lama ligt trapsgewijs op een berg en van onderen gezien maken het dorp en zijn grote, goed bewaarde stenen huizen een onvergetelijke indruk.
Ik begin in het doolhof van smalle straatjes in het dorp, die in deze tijd van het jaar verlaten lijken maar nog steeds warm aandoen door de mooie stenen huizen met fleurige bloembakken, weelderige bougainvillestruiken en terrassen voor de ingang. Het zal niet lang duren voordat het dorp door deze kalme herfstsfeer in slaap wordt gewiegd. Aan de hand van informatieborden ontdek ik plekken en bezienswaardigheden die zeer de moeite waard zijn: A Casa Monti, A Torra - Casa Lellè Masisani, de oude verdedigingstoren van het dorp, middeleeuwse funderingen en andere schatten, zoals de palazzi en de belvedère.
In het bovendorp begint het erfgoedpad, een zacht glooiend weggetje met aan het eind het schitterende panorama vanaf het kleine plateau van Luzarellu. Het is 9 uur 's ochtends en het zonnetje schijnt op de omringende bergen; een gevoel van rust overspoelt me als ik de onmetelijkheid van het landschap in me opneem. Daarna loop ik verder naar de oude dorpstuinen in een klein dal. Bij de fontein Funtana Bona les ik mijn dorst. De route eindigt op een ongewone plek, de kaaskelders van het Maison Corallini. Maar meer ga ik niet verklappen, want dat ga je zelf ontdekken wanneer je het pad volgt. Op de terugweg maak ik nog een stop bij de Stallò, voormalige stallen met imposante stenen muren, die zijn verbouwd tot een cultuurcentrum waar tentoonstellingen worden gehouden.
Sportief: het duidelijk aangegeven erfgoedpad met weinig hoogteverschil (geschikt voor elk niveau).
Authentiek: het gezellige dorpscafé met vintage-interieur en veel couleur locale.
2.0: download de app Lama Secreta en laat je rondleiden door de steegjes in en rond het dorp. Beschikbaar in het Engels, Frans en Corsicaans.
Twintig minuten rijden en dan ben ik in Belgudè. Bij aankomst op het dorpsplein is het duidelijk dat ik op een plek ben met een ongekende dynamiek: fietsers, motorrijders, wandelaars en dorpelingen lijken allemaal met elkaar te hebben afgesproken op het dorpsplein, vlak bij de mooie San Tumasgiu-kerk. Of het nu gaat om de dorst te lessen, de benen even rust te gunnen of nieuwsgierig het leven te aanschouwen, Belgudè is een fantastische plek. Het menu in het restaurant (het hele jaar geopend) op het plein lokt me meteen: lam à la stretta, ravioli au brocciu, kastanjetaart en huisgemaakt ijs met spannende smaken als mirte, kastanje, mandarijn of cederappel, en Stéphane, mijn alleraardigste gastvrouw die eindeloos kan vertellen over haar dorp, zal me niet tegenspreken. Ze heeft ook nog een grappige anekdote: vanwege een probleem met de burgerlijke stand kreeg ze bij haar geboorte een jongensnaam, wat ze verder maar voor lief heeft genomen. Op het gebied van erfgoed is de San Tumasgiu-kerk met zijn opmerkelijke barokarchitectuur een bezoek waard. Maar het leukste is om door de smalle straatjes van het dorp te slenteren, de gevels van de huizen te bewonderen, aan te kloppen bij lokale ambachtslieden en hun werkplaatsen te bezoeken. Vanaf het plein klim ik naar het hoogste punt van het dorp, waar ik word beloond met een 360° uitzicht: voor mijn ogen liggen de Middellandse Zee, de vlakte van de Réginu, de olijfgaarden, het kasteel van Malaspina en nog veel meer.
Bezienswaardig: de volledig gerenoveerde olijfoliemolen.
Praktisch: de gîtes zijn ook in het laagseizoen geopend.
Cultureel: in het dorp worden het hele jaar exposities en lezingen georganiseerd. Vraag het programma op het gemeentehuis.
Mijn volgende stop is Speluncatu met zijn geplaveide kronkelsteegjes en granieten huizen. De wandeling door het dorp is een feest, want op elke hoek van de straat wacht me een nieuwe verrassing. Ik val als een blok voor de tijdloze charme van de eeuwenoude gevels met bloembakken en houten luiken in allerlei kleuren. Ik klim naar de top in de richting van 'A Cima', waar ik geen genoeg kan krijgen van het adembenemende uitzicht en geloof me, ik ben er bijna een uur blijven kijken!
Daarna bezoek ik de 15de-eeuwse parochiekerk die aan de H. Michael is gewijd, een prachtig voorbeeld van kerkelijke architectuur, die getuigt van het rijke verleden van Speluncatu. Binnen bevinden zich religieuze kunstwerken, ware schatten van het Corsicaanse erfgoed. In de kerk wacht me nog een verrassing, maar die verklap ik niet. Op de terugweg van mijn wandeling houd ik een welverdiende pauze in het café op het plein, tegenover de fontein. Pablo verwelkomt me en vertelt dat zijn overgrootmoeder hier een kruidenierswinkel had. Hij is nu de vierde generatie die deze levendige plek in het hart van het dorp runt. Hij kent de geschiedenis van het dorp op zijn duimpje en weet er boeiend over te vertellen.
Erfgoed: de 11de-eeuwse parochiekerk Santa Catalina-kerk, die nu gebruikt wordt door de broederschap van Sant Antone Abbate.
Bezienswaardig: de huizen die in de rots zijn uitgehouwen, met gewelfde doorgangen en broodovens.
Praktisch: de restaurants, cafés en hotels zijn het hele jaar geopend.
Op dit punt van de route maak ik een omweg naar Nesce, een mooi dorpje tussen de kastanjebomen. Ik stop hier even omdat dit hoogst symbolische en historische dorp de geboorteplaats is van een van de grondleggers van de Universiteit van Corsica, Pasquale Paoli, oftewel Don Gregorio Salvini. Hij werd in 1763 benoemd tot Consul van Corte en was een van de negen mannen die de zware taak hadden om de Universiteit van Corsica te stichten. Don Gregorio Salvini was tevens de auteur van La Giustificazione delle Revoluzione di Corsica, waarin hij in 160 punten het wanbeheer van de Republiek Genua op Corsica uiteenzette, een pamflet dat de grondslag was voor de nationalistische beweging die in 1729 op Corsica begon. Don Gregorio Salvini stierf in december 1789 in Nesce en ligt begraven naast de ingang van de kerk.
Erfgoed: de Église Saint Joseph uit de 18de eeuw.
Na aankomst in Felicetu ben ik op weg naar de mooie kerk gewijd aan de H. Rochus, als een piepklein kruidenierswinkeltje mijn aandacht trekt: een terrasje voor de deur, kratten met groenten en fruit uit de tuin, de Corsicaanse vlag en het uithangbord 'Chez Margot'. Neem, net als ik, de tijd om een praatje te maken met Margot en haar man, die deze winkel midden in Felicetu al bijna 40 jaar runnen en daardoor de sociale contacten tussen de dorpsbewoners bevorderen.
Sportief:
Vertrekpunt van de Sentiers Muletiers, de oude muilezelpaden.
Wandeling naar de Casa di u Banditu of de Casetta di Falcunaghja, een 17de-eeuwse grotwoning waar de struikrover André Spada enkele dagen zou hebben vertoefd. Gemiddelde moeilijkheidsgraad (600 hoogtemeters).
Zorg voor een goede wandeluitrusting.
Wie van een traditionele keuken en authentieke producten houdt, is bij Chez Léon in Cateri beslist aan het goede adres. Ik heb zelden zo lekker gegeten! Courgettebeignets, Corsicaans kalfsvlees met olijven, wild zwijn in saus, worsten en hammen, fiadone (Corsicaanse cheesecake) en huisgemaakte profiteroles om samen van te genieten, en dat in een prachtige, ongerepte omgeving met uitzicht over de omliggende dorpen. Tijdens de lunch kon ik het luchtballet van de rode wouwen bewonderen, die hier 'i filanci' worden genoemd. Deze majestueuze roofvogels zijn een beschermde inheemse diersoort in Europa en hebben een belangrijke broedplaats gevonden op Corsica. Als je Dumè, de eigenaar van het restaurant, tegenkomt, doe hem dan de groeten!
Ontdekking: Cateri ligt midden op de route van de ambachtslieden. Volg de bordjes 'strada di l’artigiani', breng een bezoek aan de werkplaatsen en ontdek de geheimen van de oude ambachten.
Erfgoed: de kerk Santa Maria Assunta is een kleine replica van de Sint-Pieter in Rome.
Spiritueel: als je Cateri verlaat, zie je het lagergelegen Cunvento di Marcassu, een klooster uit de 10de eeuw. Tegenwoordig wordt het bewoond door benedictijnen van de congregatie Notre-Dame d’Espérance. 's Zomers worden er polyfonische gezangen ten gehore gebracht.
In een bocht trekken de wolken plotseling op en zie ik in de verte Sant' Antuninu. Nu begrijp ik waarom dit dorp een adelaarsnest wordt genoemd. Het ligt hoog boven het dal en biedt een weids uitzicht op de kust en de felblauwe zee. Ik verheug me nu al op de wandeling door het dorp. Nadat ik de auto heb geparkeerd, loop ik door geplaveide straatjes met broodovens, wijnpersen, oude vestingwerken en dicht op elkaar gepakte huizen die in de rotsen zijn uitgehakt. Overal waar ik kijk is wel iets moois te zien!
Gastronomie: vergeet niet om wat zoete lekkernijen te proeven bij Chez Carole, zoals canistrelli met typisch Corsicaanse smaken als amandel, biologische citroen en hazelnoot. En een zakje gekaramelliseerde hazelnoten uit de regio Cervione is een lekkere snack voor onderweg.
Praktische tip: het hele dorp is autovrij (behalve voor de inwoners), maar er is een parkeerplaats aan de rand van het dorp.
Erfgoed: de Église de l’Annonciation, vlak bij de parkeerplaats.
Duurzaamheid: op de parkeerplaats staat een laadpaal voor elektrische auto’s.
Eindelijk ben ik dan in Montemaggiore of Monte Maiò, de trots van de Balagne. Na aankomst in het dorp sta ik oog in oog met de Sant'Austinu, een 18de-eeuwse barokkerk. De gevel verrijst boven de baai van Calvi en het uitzicht is magistraal. De wandeling door de smalle straatjes van het dorp is een must: met bloembakken versierde huizen, mooie gevels met kleurige luiken, prachtig bewerkte deuren, je wilt alles wel op de foto zetten! Er passeren fietsers, wat niet vreemd is, want de GT20, La Grande Traversée, komt hier langs, aangegeven door groen-witte bordjes. Door het schitterende landschap krijg ik zin om hen achterna te gaan. Eén etappe om mee te beginnen, maar dan op een elektrische fiets natuurlijk…
Evenement: elk jaar vindt in juli in Monte Maiò de olijvenbeurs A Fiera di l’Alivu plaats. Ambachtslieden, boeren en producenten zetten deze mediterrane vrucht in het zonnetje en geven een demonstratie van hun eeuwenoude technieken.
Na Calenzana kom ik in Zilia, dat beroemd is om zijn bronwater dat overal op Corsica en zelfs daarbuiten wordt verkocht; of het nu plat of bruisend is, je vindt het op elke tafel. Zilia staat ook bekend om zijn cuggiulelle, authentieke koekjes uit de streek Balagne, die ik snel ga proeven op de plek waar ze gemaakt worden!
Ontdekking: de wijnkelder van het Domaine Alzipratu is het hele jaar geopend. Bezoekers worden er in de wereld van de wijn ingewijd, waarbij alle zintuigen worden geprikkeld. Uitsluitend op afspraak.
Zelden heb ik voor een kerk gestaan die zo mooi is en zo verschilt van andere religieuze bouwwerken. A Ghjesgia San Vitu (en de bijbehorende Sant'Antone-kapel) is een monument dat je niet over het hoofd kan zien in het kleine dorpje Lunghignanu. De kerk werd gebouwd tussen 1801 en 1812. Hij was niet open toen ik er was, maar de buitenkant is op zich al een lust voor het oog. Een absolute must-see!
Panorama: het ongelofelijke uitzicht over de vallei
Wat me direct opvalt als ik in Calenzana aankom, is de ontspannen manier van leven in dit dorp. Er wordt een partijtje jeu de boules gespeeld, er zijn gezellige cafés rond het dorpsplein waar jong en oud zitten te keuvelen en hoewel het midden in de herfst is, lijken de seizoenen geen vat te hebben op deze plaats. Bovendien zijn er tal van interessante kerken te bezichtigen: de Saint Blaise, de Saint Antoine, de Sainte Restitude en A Casazza, de kapel van de Broederschap van het Heilige Kruis.
Kaas: ik heb de sterk geurende, pikante Calinzana-kaas geproefd, een ware smaakexplosie waarin het karakter van de Balagne tot uitdrukking komt.
Wijn: Calenzana ligt in een geweldig wijngebied. In de omgeving zijn talloze wijngaarden en caves te vinden waar je met of zonder afspraak wijn kan proeven: Figarella, Orsini, A Ronca, Camellu, Cardi, enz. Voordat ik (vanuit Calvi) het dorp binnenreed, bezocht ik de winkel van het Domaine Orsini: een echte grot van Ali Baba! Wijn, sterke drank, aperitieven, likeuren, snoep, jam, gelei, gesuikerde fruitblokjes, noga, alles 'made in Orsini' met respect voor traditie. Er is ook een reusachtig proeflokaal voor bezoekers.
Praktisch: de accommodatie en restaurants zijn het hele jaar geopend.
Ik eindig deze roadtrip dwars door de Balagne met een schat aan onvergetelijke herinneringen. De verscheidenheid van het landschap, variërend van dorpen hoog in de bergen tot wijngaarden op zacht glooiende hellingen, was een overrompelende ervaring. De bijzondere ontmoetingen met de lokale bevolking voegden een bijzonder menselijk aspect toe aan deze reis, waardoor elke etappe een unieke belevenis werd. De Balagne bleek een bestemming vol verrassingen dankzij de lokale producten die ik overal mocht proeven en de historische monumenten die ik kon bezichtigen. Daarom zal deze roadtrip in mijn geheugen gegrift blijven als een avontuurlijke reis met een mooie mix van natuur, cultuur en geschiedenis.
Voor wie nog wat tijd over heeft, zijn de volgende plaatsen een aanrader: Pigna, het dorp van de ambachtslieden, Muru en de prachtige natuurlijke omgeving, Avapessa en de botanische tuin, Occhjatana en de graftombe van de beeldhouwer Damaso Maestracci, die aan de kunstacademie van Marseille studeerde en de Premier Prix won, Ville-di-Parasu en de San Simone-kerk, Cassanu en zijn imposante gebouwen.
Bekijk de beelden van deze roadtrip en beleef hem alsof je er zelf bij was!
Om nog een stapje verder te gaan:
Bereid je vakantie op Corsica voor
Laat je inspireren door onze wijnreportages
Volg de Route des Sens Authentiques voor ontmoetingen met producenten, ambachtslieden, boeren en wijnbouwers en maak kennis met hun eeuwenoude tradities.
Nuttige informatie over de Balagne vind je op de websites van de toeristenbureaus in L' Île Rousse Balagne en Calvi Balagne .
powered by cd-media.fr